Er zijn plekken waar ik pas, maar nergens helemaal.
Soms sta ik met één voet binnen en de andere net buiten de deur. Alsof ik deelneem, maar ook observeer. Alsof ik ergens thuis zou kunnen zijn, maar er altijd iets in mij is dat een klein beetje afstand houdt. Niet omdat ik dat wil—het is er gewoon. Een gevoel, een weten, een positie die ik niet zelf gekozen heb, maar die me gevormd heeft.
Ik zie details die anderen over het hoofd zien. De kleine verschuivingen in een gesprek, de subtiele spanning in een ruimte, de woorden die níét gezegd worden. Niet omdat ik ze zoek, maar omdat ze zich aandienen. Omdat ze me roepen. Soms voelt het als een last, vaak als een gave.
De Buitenstaander is geboren uit dat gevoel. Uit de behoefte om zichtbaar te maken wat ik zie, wat ik voel, wat ik analyseer—zowel in mezelf als in de wereld om me heen. Het is een plek om gedachten te vangen voordat ze vervliegen, om het onzichtbare zichtbaar te maken. Geen waarheid, geen absolute zekerheden, maar momenten, flarden, vragen.
Dit is mijn manier om grip te krijgen op de wereld en mezelf. Door te schrijven, door te observeren, door tussen de regels door te luisteren. Door de verhalen te vertellen die net buiten de schijnwerpers liggen. Want soms zijn het juist de randen van een verhaal die het meeste onthullen.
Er zijn plekken waar ik pas, maar nergens helemaal. Misschien is dat precies de plek waar ik hoor te zijn.
Maud
